Na tien jaar de deur platlopen op Goodwood moest het er toch eens van komen, zelf het stuur nemen op dit legendarisch circuit.
Allereerst, ik ben niet meteen een ‘circuittijger’. Ook al kocht ik de 968 ClubSport -goed 12 jaar geleden inmiddels- met het oog op trackdays, ik liet dat plan echter na enkele uitstappen op circuit al varen. Voornamelijk omdat ik flink wat incidenten zag gebeuren en de CS mij te dierbaar werd. De laatste trackday dateerde alweer van 2016, toen ik meedeed aan de Porsche Days op Spa. Daar was er toen nog sprake van een afzonderlijke ‘Classic-categorie’ waar ik hoopte dat de CS perfect in zou passen. Die bleek daar inderdaad bij de snellere te zitten -zodat ik mijn ogen meer vooruit dan wel op de achterspiegels kon richten- maar de ochtendsessie daarvan zat niettemin al boordevol gebeurtenissen. Reeds in de eerste ronde, op koud en vochtig asfalt, maakte een 911 voor mij een pirouette bij het aansnijden van Combes. Wat later merkte ik plots een wel érg smalle 964 op, met een rechterzijde die goed ingedeukt was… Het fnuikte mijn circuitambities.
Goodwood circuit
Flat Six Show op Goodwood Circuit kwam al voorbij op deze webstek middels een roadtripverhaal. Door de positieve geluiden erover alsook het feit dat Goodwood een speciale plek ik mijn hart heeft, na een decennium van het bezoeken van Revival alsook de Members’ Meeting, besloot ik de stap te wagen. Na het nodige refreshen van de webpagina op een kille winteravond -alsof het tickets voor Tomorrowland betrof- zat ik finaal bij de veertig gelukkigen die op circuit konden. Het gaat gelukkig om een klein en gezellig event, waarbij de omkadering en begeleiding mijlenver staan van wat je bijvoorbeeld in Spa kan verwachten. En dat in positieve zin uiteraard, gaande van complimenten over je bolide bij de geluidsmeting -op 3/4de volgas- over een amicale, typisch Britse/humorvolle briefing vooraf, tot enthousiaste baanposten. Dat hebben we al anders gezien…
Starten en rijden doe je volgens het first come, first serve principe. Beginnend met groepjes van zeven en opbouwend -afhankelijk van de geluidswaarden- tot acht à tien wagens. Telkens staan twee groepjes van zeven in de pits te wachten, en na elke sessie dienen de ‘racende’ auto’s het circuit links te verlaten waarna een nieuw groepje de pits kan betreden en het spelletje wederom kan beginnen. De laatste ronde wordt daarbij als uitloopronde gebruikt, wat niet slecht is voor remmen en motor.
Bonkende hartslag
Doordat we er vroeg bij waren, mogen we al in het tweede groepje van start en dat in tweede positie. Best wel spannend wanneer je het circuit nog nooit gereden hebt, het bovendien een moeilijk in te schatten omloop is en er moderner spul in je nek staat te hijgen. Het geheel open karakter van de ‘vijfhoekige’ baan is historisch bepaald door de origine als militair vliegveld, maar het maakt de bochten daardoor moeilijker in te schatten. Bovendien draagt Goodwood als snelle baan enige reputatie: Stirling Moss zag bijvoorbeeld zijn carrière er beginnen alsook eindigen en Bruce McLaren liet er zelfs het leven. Opgejaagd voel je jezelf aan boord van een van de oudere wagens uit het pak uiteraard ook. Het verschil met bijvoorbeeld een 997 GT3 is nog beperkt, maar moderne GT3 alsook GT4 RSjes spelen duidelijk in een andere klasse. Gelukkig zijn de regels voor het inhalen eveneens duidelijk: dat mag enkel op -specifieke, voldoende lange- rechte stukken en nadat de tragere deelnemer heeft aangegeven naar rechts te zullen gaan. Mijn bonkende hartslag kon aldus weer gauw een gezonder ritme aannemen en mijn focus kon zich van de spiegels naar de baan verleggen.
De allereerste bocht, ‘Madgwick corner’ is al meteen een moeilijke. Komende van het rechte stuk voorbij de pits dender je met enig snelheid erop af. Het gaat om een lang doordraaiende rechtse in twee tijden: de eerste apex dien je met enkele meters te missen om dan voluit op de tweede te mikken en vervolgens snelheid op het rechte stuk te ontwikkelen. Door de wat hobbelige baan alsook een beperkt niveauverschil kan de achterzijde doorheen Madgwick echter snel onstabiel worden, getuige ook de talloze racewagens die hier tijdens Revival in het decor eindigen. Vervolgens volgt ‘Fordwater’, de knik naar rechts die je in theorie volgas kan nemen. Toegegeven, ik nam steevast wat gas terug.
Daarna volgt de moeilijkste sectie, deze richting en door ‘St Mary’s’. Waarbij je eerst hard -in een rechte lijn- richting de linkerzijde van de baan remt. om vervolgens rechts in te sturen en daarna met nog wat gas je schrap zet voor de moeilijke bocht naar links. Het is niet de bocht an sich die een billenknijper vormt, wel het sterk verval dat volgt bij het uitkomen ervan. De balans van de wagen wijzigt en een te hoge snelheid wordt zodoende vliegensvlug afgestraft. Geen wonder dat deze bocht het tweede punt is waarop we al vaak incidenten op de gevoelige plaat hebben vastgelegd. Zelfs richting het einde van de dag verloor ik hier nog steeds teveel tijd doordat ik deze sectie te voorzichtig benaderde.
Wat volgt, ‘Lavant corner’ vond ik echter als bestuurder van meet af aan briljant. Deze rechtse in twee tijden vat je opnieuw aan door de eerste apex te missen maar met het aanhouden van dezelfde instuurhoek de tweede pal te raken en vervolgens vol op het gas weg te stuiven. Dat de ‘Lavant straight’ vervolgens wat kronkelt -en over oneffenheden beschikt- draagt bij tot het snelheidsgevoel. ‘Woodcot corner’ is daarna wederom een rechtse in twee tijden, waar je zeker genoeg snelheid moet zijn kwijtgespeeld voor het tweede, verrassend scherpe deel. Daarna is het op naar de chicane -die als piloot véél smaller lijkt dan als toeschouwer- waarna je weer voorbij het charmante pitgebouw mag scheuren om het geheel opnieuw te beleven.
Zolang de banden meegaan
De middag zorgt niet enkel voor een verzorgde lunch in het pitgebouw -waarvoor je ’s ochtends heerlijk old school een kaart uit een kaartspel krijgt die dan vervolgens wordt geperforeerd- maar ook voor vlagen regen. Wekenlang was het droog maar uitgerekend nu gaan de hemelsluizen open. Het smoort het enthousiasme in de namiddag bij meesten in de kiem. ’s Ochtends werd ook reeds aangekondigd dat de track day tot 17u zal duren, of… zolang de banden meegaan. Gaandeweg worden de rijen dan ook steevast korter zodat je finaal quasi continu zou kunnen doorrijden.
Zo’n eerste keer zelf op Goodwood rijden smaakt duidelijk naar meer. Niet enkel heb ik mij op deze kleine, vlotte maar complexe omloop nog beter geamuseerd dan bijvoorbeeld op Spa (!), ook de CS voelde zich er duidelijk in zijn sas. Een uitdagend circuit aldus dat ik beter onder de knie wil krijgen om vervolgens ook mijn groene oogappel te laten doen waarvoor hij van de band is gerold: sporten in clubverband. Until next time Goodwood!

































