Test: Audi SQ5 3.0 TFSI (MY 2017)

Voor mij persoonlijk zijn auto’s zoals muziek: je hebt enerzijds de specifieke genres die slechts een kleine doelgroep kunnen bekoren, maar wel de meest gevoelige snaren weten te beroeren. Anderzijds heb je het commerciële genre waarbij de creaties zo goed als mogelijk aan de verschillende eisen en smaken van de consument proberen te beantwoorden, ook al moet er daarvoor flink water bij de wijn gedaan worden. SUV’s zijn hier het perfecte voorbeeld van: ze bieden de ruimte en het comfort van een grote gezinswagen, met een hogere opstap en overzichtelijke zitpositie als bonus.

Dat klinkt op het eerste zicht als (commerciële) muziek in oren, maar al die specifieke eigenschappen brengen natuurlijk ook nadelen met zich mee. We moeten er geen tekening bij maken dat een grote en zware auto -die hoger op zijn poten moet staan- wellicht geen potten gaat breken in de afdeling dynamiek. Dat is ook het punt niet van een praktische gezinswagen, maar blijkbaar bestaat de vraag naar dergelijke Super-SUV’s wel degelijk. Bij gevolg worden de heren designers en ingenieurs steeds meer en meer uitgedaagd om de wetten van de fysica grondig te herbekijken.

Daar slagen ze over het algemeen best goed in, maar omdat brute mastodonten als de BMW X5M een beetje naar overkill neigen, voelen wij vandaag een iets zinniger exemplaar aan de tand. Vorig jaar zag de nieuwe Audi SQ5 het levenslicht, en dat op zich was al reden genoeg om de sleutels bij de importeur te gaan ontfutselen. Het werd echter nog beter toen we hoorden dat Europese klanten nu voor het eerst ook een benzinemotor kunnen aanvinken op de bestelbon. Een slimme zet, want de zelfontbranders zien hun goede naam de laatste tijd steeds meer en meer besmeurd worden.

Voor we daar aan toekomen, is het eerst tijd om eens grondig kennis te maken met de nieuwe Audi SQ5. Je moet wel goed opletten dat je hem niet zomaar voorbij wandelt, want de designafdeling in Ingolstadt heeft zich precies flink in toom moeten houden. Buiten enkele logo’s, (optionele) 21″ inch wielen en enkele subtiele bodykit-elementen, geeft deze SUV amper weg dat er onderhuids behoorlijk wat potentieel schuilt. Zo moesten ook de vier uitlaatpijpen -van op het uitgaand model- plaats ruilen voor een stel fake sierstukken, terwijl de echte exemplaren netjes weggewerkt werden.

Zwaaien we het portier open, dan vinden we een vertrouwd Audi-interieur terug met enkele sportieve elementen. Onze testwagen kreeg een afgeplat stuurtje, carbon accenten en zwart lederen afwerking met witte stiksels mee. De lederen sportstoelen met ruitjespatroon zien er niet alleen goed uit, ze bieden ook prima zijdelingse ondersteuning. We begrijpen het idee achter de hoge zitpositie in een SUV, maar hadden stiekem gehoopt dat de stoelen toch iets meer bewegingsruimte toelieten in de verstelbaarheid (lees: hoogte en diepte). De SUV-liefhebber zal er in alle geval niet wakker van liggen.

Die wil liever niet teveel toegevingen doen op vlak van comfort, en dat hebben ze bij Audi heel goed begrepen. Zo kan de klant onder andere kiezen voor een adaptieve pneumatische ophanging, die de rijhoogte en demping van het voertuig aanpast naargelang de gekozen rijmodus. Dat zorgt voor een zachte en gedempte rit in de normale modus, en ietwat hardere in de dynamische stand. Beenhard wordt het echter nooit, en dat hoeft ook niet. Audi’s S-uitvoeringen passen immers netjes in het midden tussen de reguliere versies en de hardcore RS-producten.

Een goede S-variant moet dus een mooi gebalanceerde mix van beiden hebben, de vraag is alleen welke componenten je meer regulier en de welke je meer RS wil laten overkomen. De directheid van de stuurinrichting neigt verrassend naar het RS-kaliber, waardoor je de bijna twee ton zware SUV zonder veel problemen kan plaatsen waar je wil. Het optionele sportdifferentieel met twee overbrengingsunits verdeelt het vermogen niet alleen over de voor- en achterwielen, maar ook over de achterwielen afzonderlijk. Dat zorgt voor een prima gebalanceerde tractieverdeling, met zelfs ruimte voor een vleugje speelsheid in de achtertrein.

Je zou van een potente SUV natuurlijk verwachten dat de aandrijflijn even alert reageert op de inputs van de bestuurder, maar nét daar trekt deze SQ5 dan weer de kaart van comfort. Dat is geen probleem tijdens het cruisen in normal-mode, maar spijtig genoeg verscherpt de reactietijd niet overtuigend met een switch naar de sportieve stand. Gelukkig beschikt de 3.0 V6 TFSi over een zeer evenwichtige koppel-/vermogenscurve, waardoor je vrijwel op elk moment de peddels van de 8-traps Tiptronic ter hand kan nemen en de SQ5 zijn vleugels kan laten spreiden.

Dan rest er ons alleen nog de vraag: wat mag dat allemaal kosten? De basis-prijs van 67.390 euro is al even slikken, maar als je het MMI Navigatie Plus systeem (3.067€), parkeersensoren (931€) en een achteruitrijcamera (538€) mee op de bestelbon wil, dan tik je bijna 72.000€ aan. En dan heb je de opties nog niet aangevinkt die deze auto net zo goed maken: de dynamische stuurinrichting (1.191€), het sportdifferentieel (1.615€) en de adaptieve pneumatische ophanging (1.161€). Je moet voor deze SQ5 dus een smak geld bij de dealer achterlaten, maar in ruil krijg je wel een topper van een super-SUV mee naar huis.

[Foto’s: Bert Claes]

Test: Audi SQ5 3.0 TFSI (MY 2017)

Weggecijferd

Verdict