Share a little biographical information to fill out your profile. This may be shown publicly.

 

We sturen je per e-mail een wachtwoord toe. Soms komt deze e-mail in je spambox terecht.

Oorspronkelijk zou de unieke A1 Ducati Edition naar de hoofdzetel van het motorfietsenmerk in Bologna gaan. Hieronder lees je hoe het unicum uiteindelijk bij een Belgische octaanliefhebber belandde die er nu schoorvoetend afstand van doet.

Eigenaar Johan heeft twee tatoeages op zijn arm: eentje van de Audi-ringen en daaronder het Ducati-embleem. Twee passies die hij al jaren combineert door overdag in de fabriek van Vorst te werken en ’s avonds aan zijn Monster 900 te sleutelen. Zijn prikkaart dateert van 1983, de Duc van ‘93. Begrijp dan ook zijn geluk toen medio 2012 bekend werd dat Audi de Italiaanse motorfietsenfabrikant ging overnemen. Beter nog: onder impuls van toenmalig fabrieksdirecteur Gerhard Schneider zou Vorst twee exclusieve A1’s bouwen in Ducati-livrei, als eerbetoon aan de vers beklonken deal.

Uniek exemplaar

“Ik ben meteen naar de betrokken dienst gehold om mij kandidaat te stellen voor overname”, herinnert de 60-jarige Aalstenaar zich, maar dat bleek niet meteen mogelijk. Door de complexiteit van het spuitwerk -waar twee specialisten drie maanden lang aan gewerkt hebben- werd het tweede exemplaar geschrapt, terwijl het prototype in eerste instantie voor de hoofdzetel van Ducati in Bologna bedoeld was. “Kapot was ik ervan”, weet de magazijnier nog, “omdat mijn kans om een A1 Ducati te bemachtigen verkeken leek”. Tot de telefoon een jaar later rinkelde, met de vraag of Johan nog altijd geïnteresseerd was in het unicum. Het antwoord liet zich raden.

Toch was de kous daarmee niet af. Niemand wist namelijk hoeveel zo’n A1 op maat moest opbrengen, temeer omdat er bijna 1.000 extra werkuren op gepresteerd waren nadat de 2.0 TDI van de band gerold was. Als full-option met een S-line interieur, welteverstaan. Nog gezwegen van het airbrushwerk dat aan het Ducati-embleem op de motorkap te pas kwam, of aan de rode kuipstoelen met glinsterende opschriften. “Daarom moest de wagen per opbod verkocht worden” weet Johan nog, “om de prijs organisch te laten bepalen en iedereen de kans te geven om mee te dingen”. Gelukkig voor onze motard trok Bologna zich onverwacht terug en dook er geen Ducati-collectioneur op die het kleinood koste wat kost wou hebben.

Monnikenwerk

Na twee lange jaren belandde de Audi A1 Ducati zo in Haaltert bij Aalst, waar hij onderhand een graag geziene gast is bij de kinderen van de lokale basisschool. “Mijn dochter is lerares en pendelt er dagelijks mee”, vertelt Johan trots, “ook al is ze als de dood voor eventuele krassen of -godbetert-  blikschade”. Anders dan de normale vier laklagen telt de A1 Ducati er immers 28 die bijna niet te recreëren vallen. Stickers komen er helemaal niet aan te pas, enkel handspuitwerk dat na elke laag geschuurd en vernist is om de volgende laag erop te krijgen. Een monnikenwerk. “En meteen de reden waarom we op zoek zijn naar iemand die dit pareltje in een Audi- of een Ducati-museum wil conserveren”, treedt Johan nog bij, “want eigenlijk is hij te bijzonder om dagelijks te gebruiken”.

Hoe bijzonder deze Audi precies is, merk je aan deuren van de wagen. Naast de tricolore uitdossing met ‘A1 Ducati’-opschrift herbergen de flanken een stencil van een bijzondere motorfiets. Opnieuw met de hand gespoten, net als de zijpanelen van de middenconsole die hetzelfde motief voeren. Kenners zullen er de contouren van een Ducati 1199 Panigale in zien – toentertijd de krachtigste productiemotor met een tweecilinder boxer van 195 pk. Beduidend meer dan de A1 Ducati, die met zijn 136 paarden en 320 Nm al niet ondergemotoriseerd is. Ducatisti zowel als A1-rijders staan dan ook versteld wanneer ze de A1 Ducati spotten, met menig een geïmproviseerde fotosessie tot gevolg. De ambachtslieden van Audi Vorst mogen zich op de borst kloppen.

De Audi A1 Ducati Edition staat momenteel publiek te koop, ook al hoopt de eigenaar nog steeds dat zijn oogappel in een museum van Audi of Ducati mag belanden – als memento van de link tussen de twee VAG-merken en het handwerk dat de fabriek in Vorst er destijds in heeft gestoken.