Detailing: Basis Tips ‘n Tricks

Car detailing, het laten heropleven van je wagen, is al een tijdje hot in autoland. Wie wil er immers niet dat zijn pride ‘n joy straalt alsof deze is geprepareerd voor een concours d’élégance? Tijd dus dat DRIVR zelf wat basis tips ‘n tricks aan zijn lezers meegeeft. The devil zit immers in the detail(ing).

Tal van bedrijven zijn in detailing gespecialiseerd. Sommigen, zoals Custom Car Cleaning, bieden niet alleen een eigen professionele behandeling aan, maar hebben tevens een (web)winkel waar ze doe-het-zelvers met raad, daad en de gepaste producten verder helpen. In dit beknopte overzicht geef ik de behandelingen weer die mij als amateur steevast een tevreden eindresultaat hebben weten te geven. En dat binnen de schappelijk tijdspanne van een vijftal uren werk.

1) Poetsbeurt

First things first. De wagen moet netjes zijn voor we verder kunnen gaan. Een goede poetsbeurt vangt aan met een washandschoen, twee emmers en de juiste shampoo. Een spons is helemaal uit de boze voor het koetswerk, deze zou immers vuil en zandkorrels meesleuren over het oppervlakte en een slagveld vol krassen nalaten. Met diezelfde doelstelling voor ogen nemen we ook twee emmers ter handen. Eentje met zeepsop, en een andere met helder water zodat we telkens de vuile handschoen kunnen uitspoelenn alvorens weer onder te dompelen in het zeepsop.

Niet zomaar alles kan dienst doen als shampoo voor je wagen. Detergenten zijn bijvoorbeeld een immense no go wegens te agressief. Ze zouden niet enkel de beschermlaag van je lak aantasten maar ook de rubbers. Een goede shampoo is zacht en versterkt de beschermlaag aangebracht op je wagen.

Voor de velgen neem je beste een specifieke spons of borstel en emmer, zodat de deeltjes van remblokken en schijven je koetswerk vervolgens niet gaan bekrassen. Afspoelen doe ik zelf steevast met regenwater, aangezien kraantjeswater soms hard is en vol kalk zit dat sporen en een witte waas kan achterlaten.

Tot slot kan je met een absorberende doek het koetswerk droogdeppen, om vervolgens de wagen een blokje om (en tevens droog) te rijden zodat de remklauwen niet aan de schijven zullen blijven plakken. Ideaal om dit kort ritje te gebruiken om je wagen weer vol te tanken. Zo staat deze meteen klaar voor een volgende trip.

2) Kleien

Na een goede poetsbeurt ziet een wagen er op het eerste zicht misschien smetteloos uit, echter kan schijn flink bedriegen. Jaren van blootstelling aan de natuurelementen en uitstoot hebben hun sporen achtergelaten op het lakwerk. Vaak is deze vastgehechte vuilophoping zelfs met de hand voelbaar door middel van een oneffen textuur. Dit hardnekkig vuil kan niettemin door een flinke dosis kleiwerk verwijderd worden.

Eerst en vooral; kleien doe je stukje per stukje. Het te bewerken koetswerkdeel maak je eerst goed nat met een lubricant, zoals een verdunde Quick Detailer die één op één wordt aangelengd met water. Daarna beweeg je een stukje soepele, platgekneede klei over de panelen met rechtlijnige bewegingen zonder al te veel druk te zetten, tevens kies je best voor een milde klei. Een hele wagen zo onder handen nemen gaat even tijd kosten, want je dient door te gaan totdat je geheel geen weerstand meer ondervindt en de klei vlotjes over het paneel glijdt. Finaal zal de klei zelfs bijna wegschieten uit je handen, zo aalglad wordt het koetswerk.

Wanneer er zich vuil opstapelt op de klei, dan plooi je deze totdat er opnieuw een proper stuk zichtbaar is. De overtollige vloeistof verwijder je met een zachte doek weer van je koetswerk. Good luck en de moed niet verliezen bij al dat zwaar labeur!

3) Polijsten en glaze

Nu je auto echt kraaknet is, kan het opkalfateren van die oude lak echt beginnen. We gaan hier als ‘amateurs’ met de hand polijsten door middel van een polish en een typische ronde pad die goed in de hand ligt. Dit heeft zijn voor en nadelen. Voordeel is dat je weinig mis kan doen, het grootste nadeel is dat je hard zal zweten. Niettemin zal je er toch vrij goed in slagen lichte krasjes, zogenaamde ‘swirls’, weg te werken. Zoals voorheen ga je ook hier best stuk per stuk te werk, met oppervlaktes van maximaal 30 bij 30 centimeter.

Opnieuw veeg je telkens het residu weg met een zachte microvezeldoek. Van dergelijke microvezeldoeken en de ronde pads heb je er best een handvol in de kast liggen, zodat je voor elke stap een nieuwe kan gebruiken. Achteraf simpelweg in de wasmachine steken en deze hulpmiddelen zijn weer zo goed als nieuw. Denk er trouwens aan, ‘less is more’. Meer dan een erwtje aan polish per stuk heb je niet nodig, met de typische omvangrijke verpakkingen kom je dus haast een (auto)leven toe. Afwerken doen we door een ‘glaze’ aan te brengen. Deze zal de kleur en glans versterken en zowel zorgen voor een wetlook als eventuele overgebleven lichte swirls zal verdoezelen.

4) Wax

Hierna komen we aan de finishing touch, de afwerking met een waxlaag die enerzijds nog wat extra glans zal meebrengen, maar net name zorgt voor de nodige bescherming. Je wilt immers dat al dat zware werk zo lang mogelijk zichtbaar blijft. Nadat we een glaze hebben aangebracht is het aan te raden te opteren voor een goede pure paste wax. Best deel je de wagen op in vier delen en breng je een flinterdunne laag wax aan, enig residu neem je wederom met een microvezeldoek af. Een goede wax zal tot circa drie maanden bescherming geven. Zo nu en dan nog eens een nieuwe laag aanbrengen is dus zinvol.

Als je helemaal de puntjes op de i wenst te zetten kan je ook nog steeds eens wat onverdunde Quick Detailer aanbrengen op een dikke microvezeldoek en hiermee snel over het koetswerk gaan. Het resultaat is nog wat extra glans in enkele minuten tijd. Dit is iets wat je ook nadien, na daaropvolgende wasbeurten, kan toepassen om de glans gedurende langere tijd te behouden.

5) Nog zin in meer na al dat zwoegen?

Zelfs indien het koetswerk gedaan is, valt er nog veel te doen. Je kan de velgen kleien (echter niet hetzelfde stuk klei achteraf gebruiken voor het koetswerk!), de motorruimte onder handen nemen, een eventuele softtop reinigen en beschermen, enzovoort. Maar ook het interieur mag niet vergeten worden, zowel kunststof als leder dienen zo nu en dan gereinigd en gevoed te worden.

6) Rijden

Nu wordt het héél simpel; genieten van én pronken met die fraaie bolide! Ohja, dat aalgladde en zachte koetswerk gaat zeker *kuch* zorgen voor een flink hogere topsnelheid.