Share a little biographical information to fill out your profile. This may be shown publicly.

 

We sturen je per e-mail een wachtwoord toe. Soms komt deze e-mail in je spambox terecht.
f1OKGBkRWdw

André Citroën was een man van uitersten. Hij leidde een flamboyant leven, dat ergens het midden hield tussen een gokverslaving en succesvol ondernemen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog begon hij munitie te fabriceren in zijn tandwielfabriek, en werd de grootste producent van artillerie en granaten in Frankrijk. Na de oorlog richtte hij zijn aandacht op de automobielsector, want er was nood aan betaalbaar vervoer. De Citroën Type A werd gelanceerd in 1919, en was Europa’s eerste massa geproduceerde personenwagen.

In 1934 kwam hij op de proppen met de Traction Avant, een revolutionaire gezinswagen die boordevol nieuwe snufjes en techniek kwam te zitten. Hoewel de wagen wel degelijk in grote aantallen van de band rolde, bleek de mechanische complexiteit een hekel punt. Het retrofitten van de reeds geproduceerde exemplaren bleek een financiële ramp, en dreef de fabriek tot een faillissement. André Citroën overleed in 1935, waarna aandeelhouder Michelin het roer overnam. Onder hun bewind werden de fouten uit de Traction Avant geschaafd, en geraakte de schuldenberg afbetaald.

Passieproject

Het merk kon gelukkig blijven teren op de kennis van André Citroën’s voormalig team. Met name vliegtuigbouwkundig ingenieur André Lefèbvre zou een leidende rol gaan spelen in de ontwikkeling van de Deux Cheveaux, en later de DS. Omdat er na de passage van WOII opnieuw nood was aan goedkoop en onderhoudsvriendelijk transport, kreeg het 2CV-project prioriteit. Het was pas in de jaren ’50 dat het team de kans kreeg om hun hersenspinsels volledig los te laten op een grotere wagen, zonder rekening te moeten houden met eieren en klompen in het lastenboek.

De Citroën DS werd het passieproject van ingenieur André Lefèbvre en designer Flaminio Bertoni, waarin vooruitstrevend denken centraal stond. De wagen kreeg een hydraulisch systeem dat de vering, besturing, remmen, en zelfs de versnellingsbak en koppeling ondersteunde. Het echte party piece van de DS was de hydropneumatische vering met automatische hoogtecorrectie. De bestuurder kon de rijhoogte manueel instellen in vijf standen. Op de maximale stand werd de wagen zodanig hoog op zijn poten gezeten, dat je er zelfs een krik onder kon schuiven.

Hallucinatie op wielen

Bertoni verzorgde een designconcept met laag zwaartepunt en een zeer lange wielbasis van 3.125 m. In combinatie met een quasi volledig glazen greenhouse, hadden de inzittende een zeer breed gezichtsveld en ongekende hoeveelheid beenruimte. Het geheel werd gedrapeerd in een druppelvormig koetswerk uit staal, met een polyester dak en aluminium motorkap. De grote koplampen met meesturende verstralers werden naadloos ingewerkt in de neus, zodat uiteindelijk een Coëfficient of Drag waarde van slechts 0.36 kon behaald worden.

Het spacey uiterlijk en de hoogtechnologische snufjes hadden echter niet het gewenste effect op de verkoopcijfers. Hoewel de DS tegenwoordig als een stijlicoon aanschouwd wordt, was het gewaagde design wellicht zijn tijd te ver vooruit. En laat dat nu net zo interessant zijn, want de Citroën DS is exact de hallucinatie op wielen die je zou verwachten als je een vliegtuigbouwkundig ingenieur en een Italiaanse designer carte blanche geeft.