Alfa Romeo, als doorwinterde liefhebbers hebben we er een zwak voor. Ook voor de 155, zoals u misschien wel weet, en al helemaal indien het om de V6 Ti gaat. Maar vanwaar kwam diens plots dominantie in DTM-seizoen ’93?
Sinds 1984 werd ook de DTM gereden volgens de ‘Group A-regels’, wat betekende dat er een sterke band diende te zijn tussen de race- en wegversie. Het schonk ons onder andere steeds gekker wordende versies van de 190 16v alsook de E30 M3. Voor ’93 veranderde dit helemaal, plots dienden de ‘Class 1-regels’ te worden gevolgd. Deze lieten véél meer vrijheid zodat het in essentie ‘silhouetteracers’ werden die -kort door de bocht- enkel vanop een afstand nog gelijkenissen dienden te vertonen met de wegversies. Terwijl BMW het strijdtoneel verliet (in casu: overliet aan private teams) en Mercedes-Benz vol overtuiging doorging met de oude 190, betrad Alfa met een gloednieuwe machine de arena. Een vierwielaangedreven racer van amper 1040 kg (zowat 300kg lichter dan de Merc…) voortgestuwd door een schitterende 2.5 V6 die 12.000 toeren aankon en 420 pk leverde. Alfa rook bloed en zag de lossere regelgeving als de ideale opportuniteit om de 155 in de kijker te rijden door de Duitsers op eigen terrein te verslaan…