Wanneer de Lamborghini Huracán weldra uit productie gaat, zal dat betekenen dat er geen V10 meer in de prijslijsten te vinden zal zijn. Het einde van een mooi én vooral muzikaal tijdperk.
De V10 werd prominent naar voren geschoven toen vanaf ’89 in de F1 turbomotoren aan banden werden gelegd. Terwijl meeste motorfabrikanten vervolgens heil zochten in een V8 of V12, opteerden Honda en Renault duidelijk voor de gulden middenweg: een V10. Zo kon het vermogen van een V12 quasi worden benaderd terwijl het in termen van packaging een compacter (ook belangrijk inzake gewichtsverdeling), lichter en aldus interessanter concept was. Zozeer zelfs dat ook Ferrari vanaf ’96 overstag ging. Wat volgde waren krijsende jaren met toerentallen richting de 20.000 omwentelingen. Totdat de F1 werd gedirigeerd richting V6jes…
Het motoraanbod in de catalogi volgde de evolutie van de motorsport. Enerzijds, door afgeleide motoren zoals de fabuleuze V10 uit de Carrera GT, die het resultaat was van een doodgeboren Le Mans-racer. Een manier om (‘gezonken’) investeringskosten te recupereren die we alleen maar kunnen toejuichen. Anderzijds, omdat een V10 simpelweg plots ‘bon ton’ werd. Voor Lamborghini werd het daardoor dan ook de ideale aandrijving voor het model dat geplaatst werd onder de toenmalige Murciélago: de Gallardo. Deze V10, die we later ook terug konden vinden bij zuster Audi, evolueerde gaande weg van 5 tot 5,2-liter en kreeg zelfs turbo’s aangemeten in de RS6 (C6). Moederbedrijf Volkswagen, nochtans opvallende afwezige in de F1, bleek helemaal gek van 10 cilinders en zorgde zelfs voor een primeur met en V10 diesel (dat waren duidelijk andere tijden). Nuja, een V10 voor het zwaardere werk was ook in de VS niet ongezien. Niet verwonderlijk dan dat de Viper eigenlijk een voortrekker was op dit vlak. Alhoewel diens soepele, koppelrijke 8-liter (later 8,3-liter) weinig leek op de hoogtoerige 3 of 3,5-liters uit de F1.
BMW en Lexus legden maar wat graag de link met de F1, waar beiden -Lexus via moederbedrijf Toyota- op dat moment in meestreden. Bij BMW kon je zo niet enkel van een atmosferische V10 genieten in een coupé dankzij de (E63) M6 maar ook in de berline (E60) en Touring (E61) M5. Bij Lexus ging het om de magistrale V10 uit de LFA, eentje die in amper 6/10de van een seconde richting 9.000 toeren kon knallen. Vandaar de noodzaak voor een -toen nog opvallende- digitale toerenteller.
Voor het circuit is er nog de McLaren Solus GT met Judd V10, maar met het verdwijnen van de R8 V10 en de Huracán lijkt het doek voorgoed te vallen over de eens zo geliefde V10…