Peugeot staat gekend om zijn radicale concept cars, en die hebben niet altijd per direct iets te maken met serieproductie. Concepts hoeven dat in feite ook niet te zijn, maar ideeën waarvan vooraf al geweten is dat ze de studiefase nooit zullen passeren, kosten natuurlijk geld. Het levert wel de nodige publiciteit voor een merk, en zet bepaalde ambities in de verf. Dat was reden genoeg voor Peugeot om hun eerste concept car te bouwen in 1984.
Peugeot wilde begin jaren ’80 aan een sportief imago bouwen, en hun 205-model was daar een ideale basis voor. Naast de befaamde GTI-uitvoering, werd een radicaal homologatie model met midden motor ontwikkeld. Die was nodig om hun deelname in de rallysport te regulariseren. Het WK-rally beleefde absolute hoogdagen onder de Group B regelgeving, en de Fransen wilden meedingen naar de kroon. Hun inzending, de 205 T16, woog amper 900 kg, had permanente vierwielaandrijving, perste tot 500 pk uit de kleine geblazen vierpitter.
Open motorruimte
Peugeot had een absoluut wapen van een rallywagen ontwikkeld, en wilde die sportieve aspiraties bij het grote publiek in de verf zetten. Designers Gérard Welter en Paul Bracq kregen de taak toegewezen om een supercar te ontwerpen op het onderstel en de aandrijflijn van de 205 T16 rallywagen. Welter pende een zeer strakke vorm over de basis, hetgeen haaks op de harde blokvorm van de 205 stond. Om de origine van deze concept car toch niet volledig uit beeld te halen, werden de achterlichten van de 205 geïmplementeerd, en motorruimte open gelaten.
Voor het interieur trok Bracq de scherpe lijnen van het exterieur door, met een futuristische look als gevolg. Het dashboard was destijds zeer vooruitstrevend, maar oogt dezer dagen net bijzonder actueel. Zo was er een multimedia system ingewerkt, en werd een analoge tellerpartij ingeruild voor een gigantisch LCD-scherm. De rode afwerking zorgde voor een scherp contrast met hagelwitte koets, die vervaardigd was uit exotische materialen zoals carbon fiber en kevlar.
Turbofan wielen
Dit gaf de Quasar een voorkomen dat het midden hield tussen een volbloed supercar en balls-out prototype voor de rally sport. Het race-onderstel met onafhankelijke ophanging, het 60/40 Ferguson AWD-systeem en de vele exotische materialen deden het publiek mijmeren over de potentiële prestaties. Om dit idee nog kracht bij te zetten, kreeg 1.8 turbo in de Quasar een upgrade naar 600 pk. We kunnen ons inbeelden dat de Quasar indrukwekkende snelheden had kunnen bereiken, op voorwaarde dat de transmissie voldoende lange verzetten had gekregen.
Toch was niet alles op de Quasar een hallucinant droombeeld dat gedoemd was om in een vergeethoek te belanden. De Quasar kreeg een op een turbinewiel geïnspireerd wieldesign mee, gewikkeld in Michelin MXX 255/50 R16 banden, één van de meeste geavanceerde compounds van dat moment. De turbofan wielen zouden later in de serieproductie verschijnen op de SV24 sport uitvoering van de Peugeot 605. De styling van de grille en koplampen kwamen mid jaren ’90 dan weer terug in de Peugeot 406.
De Quasar was de eerste in een rij van extreme concept cars, die het brave imago van Peugeot moesten helpen vergeten. De Fransen voegden ook daden bij die sportieve ambities. Tussen 1985 en 1993 wonnen ze het WK rally, de Pikes Peak International hillclimb, het WK-sportscars en de 24 uur van Le Mans. Wie interesse heeft om deze wedge-vormige supercar op het onderstel van één van de bruutste rallywagens ooit te bewonderen, kan terecht in het Musée de L’Aventure Peugeot in Sochaux (FR).