OPGELET: Aan deze gastbijdrage hangt een disclaimer vast!
Opgelet beste autoliefhebbers! Terwijl zo’n jonge klassieker uit de jaren ’90 in theorie erg interessant kan lijken, zorgt onze Vlaamse overheid voor een flink addertje onder het gras. De BIV-factuur kan daardoor erg hoog oplopen wanneer de motor de 2.000cc overstijgt. Althans dat mocht ondergetekende onlangs nog proefondervindelijk ervaren.
Al langer maak ik me druk over de onlogische opbouw van onze verkeersbelasting. Ik heb het dan zowel over de vernieuwde Vlaamse BIV, die zo mogelijk nog onlogischer in elkaar zit dan voorheen, als de jaarlijkse verkeersbelasting. Steeds worden weinig relevante indicatoren gebruikt die individuen bestraffen die wagens met omvangrijkere cilinderinhouden bezitten, zonder dat ze er zelfs mee rijden! Hoezo verkeersbelasting, hoezo opgebouwd vanuit een groene gedachte wanneer je enkel het bezit bestraft.
De omvorming van de BIV heeft tevens voor absurde effecten gezorgd waarbij de inschrijving van een wagen tweedehands soms flink meer aan BIV kost dan bij dezelfde wagen nieuw. Nemen we even het voorbeeld van een Audi TT 2.0 TFSI (155 KW), als eerste inschrijving kost je dit 308,24 euro aan BIV en maar liefst 921,83 euro (!) wanneer deze een jaar geleden voor het eerst ingeschreven is. Met natuurlijk een verstoring van de tweedehandsmarkt tot gevolg. Fijne negatieve externaliteiten op de koop toe dus…
Nu word ik vandaag de dag zelf geconfronteerd met het dubieuze karakter van onze verkeersbelasting. Mijn woon-werk verkeer doe ik met de fiets en het openbaar vervoer, daar ik een groene ingesteldheid heb en tevens niet nutteloos tijd en mijn goed humeur in files wens te verliezen. Autorijden moet iets zijn dat ontspannend en amusant is. Nu heb ik voor het weekend een 19 jaar oude wagen gekocht. Ik keek er bewust naar dat de cilinderinhoud schappelijk bleef zodat de jaarlijkse verkeersbelasting niet reeds de spuigaten zou uitlopen.
Betreffende de BIV had ik er het raden naar, daar de uitstoot (CO2) van zo’n oudere wagens nergens gekend is. De vorige eigenaar stelde me gerust dat hij, onder het oude stelsel, een erg schappelijk bedrag had betaald enkele jaren terug. Het BIV-stelsel werkt immers uitdovend zodat de BIV (helaas slechts erg) geleidelijk aan zakt om na 25 jaar om te schakelen op het minimumtarief. Nu krijg ik onlangs de langverwachte brief van de Vlaamse Belastingdienst in de bus, de BIV bedraagt uiteindelijk… 937,71 euro!
Na een rondvraag bij de betrokken dienst blijkt dat bij het ontbreken van gegevens betreffende de uitstoot er wordt gegrepen naar een eenvoudige tabel die ooit in het Staatsblad (23 februari 2012) is verschenen maar haast nergens anders wordt vermeld. In het geval van mijn wagen bijvoorbeeld, uit ’94 (Euronorm 1 dus) op benzine en met meer 2000cc, wordt er steeds uitgegaan van maar liefst 295 gram CO2. In de berekening van de BIV geldt zodus voor 33% het oude regime en voor 67% het nieuwe regime op basis van die haast willekeurig gekozen hoge uitstoot.
Concreet wilt dit dus zeggen dat elke oude wagen die net geen oldtimer is, en met slechts net meer dan 2000cc onder de motorkap gaat zorgen voor een gepeperd BIV-factuur. Voor gezinnen die het niet breed hebben en een wagen aanschaffen van voor de tijd dat uitstootgegevens bekend zijn, kan dit wel eens voor grote verrassingen zorgen. Dito voor autoliefhebbers die een speeltje voor erbij kopen. En zeg nu zelf, 2000cc is toch een erg laag plafond.
Naast onrechtvaardig vind ik het voornamelijk jammer dat deze werkwijze voor oudere wagens haast een publiek geheim is. Opgezadeld worden met een factuur waarvan je de hoogte nooit had kunnen inschatten kan niet de bedoeling zijn van onze Vlaamse Regering, die zo graag bevoegdheden naar zicht toe trekt omdat ze ervan uit gaat deze beter te beheren. Vandaar dat ik deze tabel, die wel eens nuttiger kan uitpakken dan die van Mendeljev, eens duidelijk in de kijker wil plaatsen. U weze gewaarschuwd!