Als je de M4 Cabrio van vorige maand meetelt, hebben we ze bijna allemaal gehad. De verschillende koetswerkvarianten die BMW uit de huidige F30 3-Reeks en F32 4-Reeks wist te destilleren, bedoelen we dan. De laatste die we nog aan de tand moeten voelen? De 4-Reeks Gran Coupé, de vierdeursversie van de tweedeurs van de vierdeurs. Of zoals BMW het allicht liever wil horen: een Gran Coupé zoals de 6-Reeks, maar dan voor 3-Reeks-klanten.
En daarmee hebben we meteen al een onwaarheid op papier op het scherm gezet, want 1-HEJ-318 is technisch gezien een vijfdeurs: kofferklep en achterruit openen immers in één stuk om toegang te geven tot 480 liter laadruimte, exact even veel als de 3-Reeks. Daarmee schopt de 4-Reeks Gran Coupé het niet alleen tot concurrent van de Audi A5 Sportback, maar ook tot interne concurrent van eigen huisproducten 3-Reeks en – waarom niet – 3-Reeks Gran Turismo.
Maar het predicaat ‘4’ betekent nog steeds ‘Coupé’, en dus krijgt de Gran Coupé haast ongewijzigd dezelfde afmetingen mee als de gewone Coupé: dat betekent 4m64 lang, 1m83 breed en een wielbasis van 2m81. Ook de spoorbreedte wordt integraal overgenomen van de Coupé. Alleen het dak komt 12 mm hoger te liggen en loopt 112 mm langer door, waardoor je achteraan op de diepe achterbank nog best aanvaardbaar zit. Al hou je het beter op twee achterpassagiers in plaats van drie, zeker voor langere ritten.
Binnenin kun je de parallellen met 3-Reeks en 4-Reeks Coupé dus moeiteloos doortrekken, want ook middenconsole, dashboard en instrumentenpaneel komen rechtstreeks uit de BMW-onderdelenbank. Dat betekent dus een mengeling van aangenaam en minder aangenaam aanvoelende materialen – zo blijven we het M-sportstuur nog steeds te vlezig vinden – en een vertrouwde omgeving. BMW Belux had die omgeving in 1-HEJ-318 opgefleurd met Korallrot-leder, iets wat ze in Bornem wel eens vaker durven aanmeten bij perswagens.
Waar ze bij de importeur de laatste tijd ook niet afkerig van zijn, is de xDrive-vierwielaandrijving aanstippen. Dat was bij onze tester het geval, waardoor er zo’n 75 kilogram extra bovenop de 90 kilo’s meergewicht van de Gran Coupé komen. In pure acceleratiecijfers is het meergewicht tegenover de Coupé nauwelijks merkbaar: de honderd tik je twee tienden later aan (7,5 tegenover 7,3 seconden) en ook de topsnelheid ligt slechts 3 kilometer per uur lager: 229 tegenover 232 km/h. Zelfs het verbruik ligt op papier amper twee tienden hoger (4,8 liter tegenover 4,6 liter), maar reken op de weg op een litertje of twee meer.
Waren we vorige lente niet helemaal overtuigd van de meerwaarde van xDrive op de Coupé, dan konden we de vierwielaandrijving nu beter naar waarde schatten: tijdens onze testweek ging de 420d als camerawagen fungeren voor de mislukte M4-shoot, maar terwijl de M4 Cabrio bij wagenwijde hemelsluizen wanhopig moest krabbelen naar grip, slaagde de 420d Gran Coupé erin om zelfs op zomerbanden telkens opnieuw feilloos te kunnen vertrekken. Dat was de rest van de testweek niet anders: stabiliteit, trekkracht en grip stonden hoog in het lastenboek van de xDrive-ingenieurs, en zelfs wanneer je de Gran Coupé doelbewust provoceert, wordt dat meteen opgevangen door de vierwielaandrijving.
Nu, we weten uiteraard dat er een hemelsbreed verschil is tussen de 431 pk en 550 Nm van de M4, en de 184 pk (bij 4.000 tpm) en 380 Nm (tussen 1.750 en 2.750 tpm) van de 420d Gran Coupé, maar desondanks blijft de soepele en koppelrijke viercilinder een van de beste zelfontbranders in het premiumsegment. Hij wordt eigenlijk alleen overschaduwd door zijn luidruchtigheid bij koudstart en hoger in de toeren, maar dat laatste wordt vakkundig opgelost door de ZF-achttraps waarmee 1-HEJ was uitgerust, en die als een rots in de branding het N47-blok in het optimale toerentalbereik houdt.
De combinatie van de tweeliter diesel en de ‘sportautomatische versnellingsbak’, zoals BMW de manueel bedienbare automaat noemt, maakt van deze 420d Gran Coupé xDrive dus een uiterst geschikte afstandsmaler die je wel eens een bochtje of twee voor de wielen kunt werpen. Mochten we echter één ding achterwege laten op onze tester, dan was het de Variable Sports Steering. Die knabbelt immers aan de scherpte bij het insturen, en wordt wat tegengehouden door het vage gevoel bij de rechtuitstand.
Verder biedt München met de 420d Gran Coupé opnieuw een kwalitatief – zij het prijzig – totaalpakket. Potentiële kopers moeten er immers goed hun hoofd bij houden: de 320d kost 34.750 euro in sedanvorm en 38.650 euro in Gran Turismo-uitvoering, terwijl de 420d Coupé minstens 39.300 euro onder de streep plaatst. En de 420d Gran Coupé? Die begint vanaf 39.650 euro. Voor de echte liefhebbers van het Gran Coupé-design dus.
[Foto’s: Bert Claes]
BMW 420d Gran Coupé xDrive (F36)
Plus | Min |
+ Rijdt zoals je van een 3-/4-Reeks verwacht… |
– …maar is aan de prijzige kant |
Weggecijferd
Motor | 2.0 vier-in-lijn, turbodiesel |
Aandrijving | 4×4 |
Overbrenging | 8-traps, automaat |
Vermogen | 184 pk (@ 4.000 tpm) |
Koppel | 380 Nm (@ 1.750 – 2.750 tpm) |
Gewicht | 1.675 kg |
Acceleratie (0-100 km/h) | 7,5 s |
Topsnelheid | 229 km/h |
Gem. testverbruik | 6,8 l/100 km |
C02-uitstoot | 127 g/km |
Vanafprijs | 42.200 euro (xDrive) |
Verdict