Share a little biographical information to fill out your profile. This may be shown publicly.

 

We sturen je per e-mail een wachtwoord toe. Soms komt deze e-mail in je spambox terecht.

Lockdown, knuffelcontact, groepsimmuniteit en social distancing – het zijn maar enkele woorden die het jaar 2020 tekenden. Bij Suzuki had daar vorig jaar nog ‘eeuwfeest’ moeten bijkomen, maar dat viel helaas in het water. Ter compensatie heeft de Belgische importeur de totaalrestauratie van een Fronte 360 uit de jaren 1960 aangevat, waar een zekere Stirling Moss nog ooit mee stuntte.

In april 2020 kregen we het trieste nieuws dat Sir Stirling Moss op zijn 90ste was overleden in zijn woning te Londen. De Britse autocoureur was van 1948 tot 1962 actief in de racerij en behaalde in totaal 16 F1-overwinningen in 67 GP’s. Moss eindigde zelfs vier keer op rij op de tweede plaats in het wereldkampioenschap tussen 1955 en 1958, wat hem de bijnaam ‘de beste piloot die nooit een kampioenschap won’ opleverde. Toch is hij vooral bekend voor zijn legendarische overwinning met een Mercedes SLR in de Mille Miglia van 1955.

Milano-Roma-Napoli

Minder bekend is dat Stirling Moss in 1968 door Suzuki werd ingehuurd voor een snelheidsproef met hun nieuwste Kei-car: de Fronte SS 360 van de derde generatie. Dat was toentertijd de snelste Japanse stadmus, met motor en aandrijving op de achterwielen. Hoewel het merk op dat moment nog niet actief was in Italië, werd de A1 ‘Autostrada del Sole’ uitgekozen als decor voor de marketingstunt. Moss reed er een op de Mille Miglia geïnspireerde wegrit mee van Milaan via Rome naar Napels, samen goed voor 744 kilometer.

Als tweede piloot schakelde het merk Suzuki-motorcoureur Mitsuo Itoh in, de enige Japanner die ooit de TT op het Eiland Man won. Itoh sleet zijn hele carrière bij Suzuki in de hoedanigheid van testrijder én racecoureur, en was dus prima geplaatst om de tweede (gele) Kei-car te besturen. De Japanse legende leefde van 1937 tot 2019 en ging na zijn retraite nog hij aan de slag bij de Suzuki Racing Corporation in Hamamatsu op de afdeling ‘Racing Development’.

Spraakmakende cijfer(tje)s

De route vertrok in Milaan en hield na 544 kilometer halt in Rome. Deze eerste etappe volbracht het duo in ‘slechts’ 4 uur en 27 minuten oftewel gemiddeld aan 124 kilometer per uur. De tweede en laatste etappe volbrachten ze aan een gemiddelde van 121 kilometer per uur. Niet mis voor een twizittertje dat maar over een 25pk sterke 360cc motor beschikte (en gelukkig maar 420 kilogram woog). Suzuki etaleerde hiermee zijn kunde in het bouwen van kleine maar bekwame auto’s, die we vandaag nog altijd terugvinden in DRIVR-favorieten zoals de Swift.

Ter herinnering: de eerste Suzuki Suzulight Fronte werd al in maart 1962  voorgesteld als inaugurele Kei-car van Suzuki. Dergelijke ‘keijidōsha‘ waren de allerkleinst mogelijke autootjes die legaal op de snelweg van Japan mochten rijden. De Fronte is bovendien het allereerste model dat Suzuki naar Europa exporteerde. Het woord ‘Fronte’ is Italiaans voor ‘voorkant’. En ook leuk om te weten: de Belgische invoerder is sinds vorig jaar bezig met een Fronte van naaldje tot draadje te restaureren. De motorrevisie is reeds achter de rug, momenteel zitten ze terug in de opbouwfase.

Wissel van de wacht

Vorige maand kondigde de Japanse autoconstructeur aan dat de 91-jarige voorzitter Osamu Suzuki na 42 jaar op pensioen gaat. Osamu’s zoon Toshihiro neemt zijn plaats in en kijkt meteen vooruit, met een een serieuze investering in elektrische technologie. 2020 was voor Suzuki, ondanks de Coronacrisis, overigens een topjaar met omgerekend zo’n 1,25 miljard euro aan winst. Het Japanse merk valt net buiten de top-10 van grootste autoconstructeurs ter wereld, maar is wel één van de weinigen die zo succesvol is door het bouwen van kleine stadwagentjes.

[Brochurescans door CarBrochureAddict]

MEER LEZEN:

Reisverslag: Budapest Rally 2018 – The Hungarian Job

Rijtest: Suzuki Jimny 1.5 (JB74) (2018)

Retrotest: 1991 Suzuki Swift GTI (SF)