Het lijkt wel een overdosis, twee Goodwood-events in één maand tijd. Anderzijds wachten we al sinds april 2020 op de 78e Members’ Meeting, die de grote honger naar gevarieerde races wederom meer dan gestild heeft. Waarvan akte in dit fotoverslag door onze vliegende reporter Stijn Braes.
We hebben zo lang op deze flink uitgestelde 78ste Members’ Meeting moeten wachten, dat de GRRC (‘Goodwood Road Racing Club’) zijn members en fellows inmiddels al een sticker voor de 79e editie had gegeven. Die editie zal trouwens op 9 en 10 april 2022 plaatsvinden.
Het belangrijkste verschil tussen tussen de Goodwood Revival van midden september en de Members’ Meeting van midden oktober? Bij de Members’ Meeting is er een beperking qua toeschouwers -wat niet noodzakelijk een nadeel is- en ook qua aantal dagen -twee in plaats van drie- terwijl alles ook iets minder charmant is aangekleed, inclusief het publiek trouwens. Maar denk nu niet dat de Members’ Meeting een flauw afkooksel is, want je krijgt een diversere selectie wagens op circuit te zien, met ook bolides van na 1966 en sinds dit jaar zelfs een heuse rallystage.
Op het g(r)as
Het was dus weer ouderwets genieten van de races op Goodwood. Uitschieter was wederom de Ronnie Hoare Trophy, waar opnieuw een Porsche 904 won en onze landgenoot Vincent Gaye zich met zijn unieke Ferrari 275 GTB/C en een derde plaats liet opmerken. Er stonden in totaal trouwens vijf elegante en hemels klinkende 904’s (en liefst acht vroege 911’s) aan de start van deze race, waaronder de allereerst 904 ooit (chassisnummer 904013 die van de band rolde op 16 januari 1964) met het welbekende ‘Pure’ stickertje en racenummer 15. Een wagen die tussen 1967 en circa 2002 gewoon een Duitse nummerplaat had en met de regelmaat van de klok het verkeer indook. Maar ondanks al dat fraais in deze raceklasse waren het toch de ietwat nederige MGB’s die de show stalen met fel overstuur, opspattend gras en voorwielen die duchtig loskwamen van het asfalt.
GTO-chrono’s
Dat je geen klassiekers van miljoenen euro’s moet hebben voor een spectaculaire races werd nogmaals bewezen door de Gerry Marshall Trophy. In de finale op zondag mondde dat in een episch gevecht uit om de eerste plaats tussen een Europese Capri 3.0S en een Amerikaanse Camaro Z28. De Camaro drong fel aan, waardoor beide op een bepaald moment op het gras belandden, maar uiteindelijk trok de Capri aan het langste eind. Niet alleen spectaculair maar ook verdomd snel, die oude touringwagens. We klokten ze zelfs eens af op 1m28 over een rondje Goodwood! Dat zijn chrono’s van een 250 GT(O) die tot het uiterste wordt gedreven…
Diversiteit troef
De meerwaarde van een Members’ Meeting ligt dus in de diversiteit die perfect geïllustreerd werd doorde introductie van de GMA T.50, de Jaguar XJR-15 parade, een overzicht van 10 jaar productiewagens bij McLaren en de ode aan Ayrton Senna. Ter herinnering: de XJR-15 was het geesteskind van Tom Walkinshaw Racing, waarbij Peter Stevens een elegant koetswerk drapeerde over een gemodificeerd chassis van de Le Mans winnende Jaguar XJR-9 uit 1988. Ondanks het feit dat er achterlichten van een Mazda 626 aan te pas kwamen, wist deze XJR-15 met zijn melodieuze V12 zijn halfbroertje XJ220 -en diens Metro 6R4 V6-motor- begin jaren ’90 geheel te overschaduwen en tot een verkoopsflop te degraderen.
Senna
Het meest werd er echter uitgekeken naar de ode aan Ayrton Senna, middels volgend eclectisch rijtje F1-wagens: Lotus 99T en 97T, Toleman TG184, Williams FW08C en uiteraard de iconische McLaren MP4-6. Toen die laatste -op zowel zaterdag als zondag- over het circuit denderde kreeg menig liefhebber een krop in de keel. Temeer omdat achter het stuur neefje Bruno Senna plaatsnam en hij de legendarische helm van Ayrton droeg. Een perfect plaatje -ondersteund door een soundtrack die door merg en been ging- dat we nooit meer dachten te zien.
1m17s
Opvallend genoeg waren er voor deze demorondjes geen pace-cars om het tempo te bepalen dan wel te drukken. Bruno Senna kreeg aldus de vrijgeleide en maakte daar duchtig gebruik van. Op zondag gebruikte ik nog eens de stopwatchfunctie van mijn horloge -jaja, die wordt effectief gebruikt- om de MP4-6 te timen. 1m23s leverde dat als resultaat over het eerste volledige rondje op. Niet slecht als je weet dat het originele record uit ’65 van Jim Clark 1m20,4s bedroeg (en door een licht gewijzigde lay-out ook voor de eeuwigheid staat). Bij het volgend rondje vlogen de seconden er echter af, want de chrono stopte al na 1min17s. Het leek tevens zowel Bruno als de McLaren niet de minste moeite te kosten, wat de vraag opwerpt waar dit oudje echt toe in staat is…
Beast of Turin
Van gloednieuw (GMA T.50) gaat de Members Meeting zonder probleem naar vintage, met racewagens van dik 100 jaar oud. Inmiddels is wel geweten dat het niet om trage slakken gaat, temeer omdat ze de pits voorbij stuiven met dik 100 mijl per uut… Publiekslieveling bij de S.F. Edge Trophy is daarbij steevast de vuurspuwende Fiat S76 oftewel het ‘Beast of Turin’. Deze 28-liter grote viercilinder (!) met 290 pk bij 1.400 toeren uit 1910 had initieel als doel het snelheidsrecord aan te vallen. Officieel lukte dat nooit, omdat de torenhoge kolos van 1.700 kg kennelijk moeilijk te temmen viel…
Toch werd er nota bene in Oostende -check YouTube zeker eens- in 1913 liefst 213 km/u mee geklokt. Aangezien er geen tweede registratie binnen het uur in de andere richting volgde, werd het louter een officieus record. Het huidig exemplaar is tot stand gekomen na jarenlang zwoegen op basis van een soortgelijk Fiat-chassis en een van de originele motoren. Ook deze wagen wordt trouwens over de weg tegen hoog tempo naar allerhande meetings gereden, waarbij de eigenaar er steevast aan toevoegt: “passing everything but petrol stations”…
Kijk en geniet van wat Goodwood nog meer te bieden had. Op naar 2022!
MEER VAN DAT: