Share a little biographical information to fill out your profile. This may be shown publicly.

 

We sturen je per e-mail een wachtwoord toe. Soms komt deze e-mail in je spambox terecht.

U hebt het aan onze IG stories kunnen merken, bijna onze voltallige redactie was op Goodwood tijdens de Revival te vinden. Een duidelijk indicatie van hoe belangrijk en goed dit event is en blijft. Traditiegetrouw mag u van ons dan ook deze fotospecial met de meest opvallende achtergrondverhalen verwachten.

“Give me Goodwood on a summer’s day and you can forget the rest of the world.” dixit autosportgrootheid Roy Salvadori. En jawel op vrijdag en zaterdag was het zomers, met het kwik dat zelfs flirtte met de 30 graden op die tweede dag. Op zondag waren er dan weer onverwachte regenbuien, die het de krachtigste bolides niet eenvoudiger maakten. Sowieso worstelt de 10.000 pk grid al met het korte, snelle circuit op droog asfalt, in de plensbuien kan je jezelf vervolgens aan flink wat gele vlaggen verwachten. Of waarom het zelfs voor een leek snel duidelijk is waarom Goodwood Circuit vanaf “66 op inactief werd gezet.

Soort zoekt soort

Het werd trouwens een speciale editie -alhoewel elke Revival speciaal aanvoelt- met de viering van 75 jaar Goodwood Circuit en 25 jaar Revival. De hoogtepunten van het weekend? Wel, twee races staken er bovenuit. Allereerst de Fordwater Trophy, die niet met wagens van the blue oval werd gereden maar wel met vroege 911jes. Wagens die veelal ook in de hoogst attractieve 2-liter cup te zien zijn. Het is inmiddels al een tijd geleden dat we zo’n ‘911 cup’ op Goodwood (met de 73ste Members Meeting anno 2015 evenwel) hadden gezien. 30 stuks uit ’64-’66 verzamelden er voor de start, waaronder een handvol erg vroege 901jes. Achter het stuur vonden we  habitués alsook star drivers zoals Mark Webber, Tom Kristensen en Jenson Button terug. Webber bleek nog het succesvolste van het bekende trio te zijn, met een 5de plek.

Met de wagens uit Stuttgart netjes samengebracht, was het niet onlogisch dat ook hetzelfde gebeurde met de stijgerende raspaardjes uit Maranello in de Lavant Cup. Soort zoekt soort zeker? Met langeafstandsracers uit de roemruchte periode van het merk uit het eerste deel van de jaren ’60. En ook al deden de GT’s met motor voorin hun uiterste best, met Emanuelle Piro in een 250 GT SWB/C voorop, uiteindelijk kon de 250 LM van Rob Hall -met middenmotor- uit ’64 het laken eenvoudig naar zich toe trekken. En dat ondanks een spin die zelfs lichte schade linksachter veroorzaakte. Ook onze landgenoot Vincent Gaye begint zich met zijn 250 GT SWB/C steeds meer in zijn sas te voelen op Goodwood, getuige daarvan een fraaie 5de plek. Enig smet op de race, waren misschien wel de aanwezige 250 ‘GTO’s’, die eigenlijk als GTE geboren werden. De zilveren ‘GTO’ die spectaculair vuur vatte lijkt zo bijvoorbeeld wel op beruchte chassisnummer 3851, maar dat was trouwens een linksgestuurde wagen terwijl het hier om een rechtsgestuurd exemplaar ging. De enige echte GTO aanwezig op Goodwood (van de vier stuks die we hebben geteld) zou het witte exemplaar zijn dat zo nu en dan eens paradeerde. Van een gemuilkorfd bestaan gesproken.

Verblind

En daar komen we misschien wel tot het heikel punt van deze editie. Enerzijds zijn er steeds meer replica’s (GTO’s) te vinden op het asfalt, maar daarnaast ook gehele nieuwe ‘recreations’ (met name bij de E-type lightweight en GT40). Finaal loop je zo het risico dat Revival een Hollywood filmset wordt, waar alles er op het eerste zicht echt uitziet maar het bij tweede aanblik louter om een decor gaat. De toevloed van dergelijke ‘nieuwe’, fors geprepareerde –sneller dan ooit– bolides heeft ook als neveneffect dat de echte klassiekers weggereden worden of finaal zelfs niet meer durven aantreden. Zo zagen we de Team Ikuzawa Porsche 906 (Carrera 6) -die de Japanse ‘Grand Prix’ won in ’67- achteraan hobbelen in de RAC TT Celebration. Het zou ons daarom ook niet verbazen dat de legendarische Kinrara (of Stirling Moss anno 2020) Trophy, die in het verleden het hoogtepunt van de Revival was op vrijdagavond, opgehouden heeft te bestaan omdat steeds minder eigenaren van een klassieke Ferrari nog wensten aan te treden. Het ontbreken van een dergelijk race, met de crème de la crème -van Jag over Aston tot Ferrari- van wat ooit op Goodwood heeft gereden, is effectief een groot gemis. Evenzeer zo, aan het andere kant van het spectrum, hebben we een race met zwermen rondvliegende Mini’s gemist. Hoe mooi -visueel en auditief- het ook is om volbloed sportwagens aan de slag te zien, races met zulke nederigere vierwielers bieden vaak net meer intensiteit.

Rond het circuit viel ons dan weer op dat er minder leuke standjes te vinden waren met interessante boeken en magazines of degelijke tweedehands kledij –Goodwood style– uit vervlogen tijden (de ‘circular economy’ waarmee graag wordt uitgepakt). Tot slot blijven ook de schuilmogelijkheden -voor zon of regen- voor het brede publiek beperkt. Het is dus niet zo dat we verblind zijn door de liefde voor Goodwood, maar ondanks verbeterpunten blijft het niettemin de leukste weekendtrip van de octaankalender. Daarvoor zorgt de magical step back into time en de onnavolgbare sfeer, zoals de foto’s ook illustreren.

MEER VAN DAT:

Fotospecial: Goodwood Revival 2021

FotoSpecial: ‘Best Of’ Goodwood Revival door Stijn Braes

Klassiekerfotograaf Tim Scott over Horloges en de Goodwood Revival