Bert Claes
Buiten het feit dat de naam “DTM” tegenwoordig nog kunstmatig in leven gehouden wordt, zagen we een aantal jaar geleden het ultieme toerwagen kampioenschap ten onder gaan. Het was niet de eerste keer dat dit gebeurde, want de Deutsche Toerwagen Meisterschaft ging in 1996 al eens eerder op de fles. Dit was het gevolg van de immense populariteit van het kampioenschap, en de veelal Duitse auto industrie die daar munt in zag. Audi, Mercedes, BMW, Opel, Alfa Romeo, en nog vele anderen smeten gigantische bedragen naar de ontwikkeling van de auto’s, en de contracten van toppiloten. Zoals zo dikwijls, was de situatie niet houdbaar op langere termijn.
Begin jaren ’90 woedde er een felle strijd tussen BMW en Mercedes voor het kampioenschap. Voor de grote finale van 1990 trok het circus naar de Hockenheim Ring, en introduceerde Mercedes een zekere Michael Schumacher in hun Junior Team. BMW-rijder Johnny Cecotto had een kleine puntenvoorsprong op Hans-Joachim Stuck in de Mercedes, maar wat er die dag in de eerste bocht gebeurde, tartte alle verbeelding. Hoe hij het heeft voor mekaar heeft gespeeld weet niemand, maar feit is dat Schumacher van achteraan de grid er in sloeg veel te laat te remmen, en in dat manoeuvre Cecotto vol de deur te grijpen. Schumacher schonk op die manier het kampioenschap van 1990 aan Mercedes. Wat er ook precies van is, Cecotto kan er na al die jaren nog steeds niet mee lachen.