On- en off-road getest: Land Rover Defender 90 V8 Supercharged (2021)

Als het aan Jaguar-Land Rover ligt, is het nog steeds No Time to Die voor de machtige 5,0 liter-V8 Supercharged die moedig tegen de CO2-stroom blijft in zwemmen. Voortaan roffelt de achtpitter zelfs in de neus van de moderne Defender, die daarmee pardoes tot een hotrod-4×4 promoveert.

Wie de laatste jaren nog een Defender met een V8 wou scoren, die had eigenlijk maar twee opties: ver teruggaan in de tijd ofwel een berg cash aan de Works-afdeling van Land Rover overmaken. De eerste optie resulteerde doorgaans in een oude 4×4 die vooral gulzig was, het andere in een special die je allicht niet als daily zou willen gebruiken. Maar dat was buiten de nieuwe Defender gerekend, die zelfs met zijn 300 TDI-paarden en 400 MHEV-pk’s om meer smeekt. Die surplus krijgt de bedrijfswagen van Spectre nu door misschien wel de laatste toepassing van de gelauwerde V8 Supercharged.

Hoeveel mag dat pleziertje kosten? En wat krijg je er precies voor in de plaats?

We gaan er niet flauw om doen: het nieuwe vlaggenschip kost zomaar even 129.000 euro voor dure opties en stevige belastingen. In de langere 110-uitvoering loopt de basisprijs zelfs op tot 132.800 euro, wat weliswaar veel is maar nog altijd bijna 30.000 euro minder dan een vergelijkbare G-Klasse.

Dus wat krijg je zoal voor meer dan het dubbele van de goedkoopste versie in de catalogus, alias de D200? Om te beginnen geen gedowntunede turbodiesel maar een geblazen V8 die zijn 525 pk en 625 via een setje 22-duimers naar de grond stuurt. Achter de monstervelgen, die naar wens met geblokt offroadrubber zijn overtrokken, schuilen remschijven die vooraan 20 inch meten en gegrepen worden door babyblauwe Brembo-klauwen. Subtiele V8-badges op de voorflanken en vier discrete uitlaten ronden het plaatje aan de buitenkant af, ook al zijn de detailwijzigingen talrijk.

Mogen we de exterieuraanpassingen eerder bescheiden noemen? En vanbinnen ook?

Trek de forse voordeur van de driedeursvariant open je wordt begroet door een oplichtend V8-logo in de dorpels. Het vierspaaksstuur is overtrokken met heerlijk alcantara, de stoelen en het dashboard met een specifieke bekleding. Maar verder ziet deze Defender er grotendeels uit zoals een andere, ook al is de kans klein dat je een identiek exemplaar zal kruisen met al die personaliseringsmogelijkheden.

Land Rover maakt overigens van de gelegenheid gebruik om de uitrustingsniveaus voor modeljaar ’22 aan te passen en nieuwe optiepakketten te introduceren, wat het kluwen aan extra’s alleen maar dichter maakt. Wel is het zo dat de V8 slechts in drie buitenkleuren komt: Yulong White, Santorini Black en Carpathian Grey. Van die laatste tint is er ook een gelijknamige topuitvoering, die met een satijnen wrap overtrokken is om de kostbare lak tegen krassen te beschermen. Per slot van rekening blijft de V8 ook gewoon een 4×4-voertuig, dat met 900 mm waaddiepte de strafste offroad-prestaties van heel het gamma voorlegt.

Als de extra centen niet in de opsmuk steken, waar dan wel?

Onder het stoere koetswerk, om precies te zijn. De luchtvering krijgt een specifieke afstelling met stijvere ophangingsbussen, de antirolstangen zijn dikker en voortaan vol (in plaats van hol) om de rolneiging in de bochten te beperken. Zeker zo belangrijk is de toepassing van een elektronisch gestuurde sper op de achteras, die het centrale differentieel complementeert en yaw control introduceert op het V8-model. In mensentaal: hoe sterk de Defender om zijn verticale as mag pivoteren oftewel driften, gezien er in de nieuwe Dynamic-modus best veel vermogen naar de achterwielen vloeit. Op asfalt vertaalt zich dat vooral in een aangescherpt instuurgedrag, met name op de korte 90-variant, terwijl er op losse ondergrond naar hartenlust geslipt kan worden.

Is al die extra hardware ook nuttig bij het 4×4’en?

Die vraag behoeft een genuanceerder antwoord. Spreekt voor zich dat het leuker is om met een 5,0-liter V8 door de duinen te knallen dan met een hybride, ook al roffelt de multicilinder in deze toepassing minder dan in pakweg de Range Rover Sport SVR. De emissie- en geluidsnormen staan nu eenmaal niet stil, waardoor de licht teruggeschroefde achtpitter best beschaafd voor de dag komt.

Aan offroadtempi, waar je meer op de 625 koppelmomenten teert dan op de 525 paarden, heb je er bijgevolg minder aan. Desalniettemin is de V8 ook op dat vlak heer en meester, omdat de nieuwe afstellingen meer wielcontrole ontsluit en de Defender echt tot absurde manoeuvres in staat stelt. In veel gevallen is het niet de vraag of de auto een bepaalde hindernis aankan, maar wel of de bestuurder het manoeuvre aandurft. Je moet er immers al goed inzitten om een Defender van 150.000 euro met opties als zandbakspeeltje te durven gebruiken, ook omdat het koetswerk van de nieuwe generatie daar veel te gelikt voor is. Ergens is dat spijtig, maar tegelijk ook kenmerkend voor de huidige generatie Land en Range Rovers.

Conclusie?

JLR steekt zijn ambitie om snel tot een elektrische constructeursgroep te promoveren niet onder stoelen of banken. Bij Land Rover moet dat de komende vier jaar al in zes rein elektrische modellen resulteren, al dan niet met een brandstofcel op waterstof. Daartegen is de Defender V8 Supercharged zo oldschool als hij maar zijn kan, als een ultiem statement van hoever de traditionele automechaniek anno 2021 gekomen is.

En of dat een genietbare variant oplevert, vooral in de kortere 90-carrosserie die een stuk vinniger en behendiger voor de dag komt dan de lange 110 die met dezelfde motoroptie te hebben is. Als geld echt geen bezwaar is, dan hoef je dus geen seconde te twijfelen. Maar als de boekhouder toch iets in de pap te brokken heeft, dan biedt de nieuwe P400e plug-in benzine haast evenveel on- en offroadplezier voor een fractie van de prijs.

LAND ROVER DEFENDER V8 90 (2021)
MOTOR: V8, benzine met compressor, CILINDERINHOUD: 4.999 cc, AANDRIJVING: vier wielen, VERMOGEN: 525 pk (tussen 6.000-6.500 tpm): KOPPEL: 625 Nm (tussen 2.500 – 5.500 tpm), OVERBRENGING: 8-trapsautomaat, GEWICHT: 2.546 kg, ACCELERATIE: (0-100 km/h): 5,2 s, TOPSNELHEID: 240 km/h (begrensd), BANDEN: 275/45 R22 (Rondom), OPGEGEVEN VERBRUIK: 11,7 l/100km (327 g CO2/km), VANAFPRIJS: 129.000 euro, SCORE: 4,5/5