Waar België vandaag de dag met name topvoetballers aflevert, strooide ons land in het verleden kwistig met rasechte racetalenten. Le Mans, Targa Florio, Tour de France Automobile, Belgen bevolkten in de jaren ’50 en ’60 er veelvuldig het hoogste schavotje. Hoog tijd dus om deze topcoureurs van weleer opnieuw in het spotlicht te zetten. We trappen deze reeks af met Willy Mairesse.
Willy Mairesse was, net als veel van zijn tijdgenoten, op het eerste zicht geen Max Verstappen. Zijnde, hij kwam pas op zijn 24ste als coureur kijken en dit dan nog in de GT-klasse. Echter, beschikte Mairesse over een nog wildere rijstijl dan Max. Amerikaans racer Peter Jeffrey Revson omschreef de blik van een racende Willy Mairesse ooit als de aanschijn van de duivel. Het typeerde de overgave en inzet die Mairesse toonde als hij achter het stuur van een racewagen kroop.
Die eerste race was Luik-Rome-Luik anno ‘53 aan het stuur van een Porsche 356. Mairesse had de smaak snel te pakken en al in ’56 al zou hij diezelfde race op zijn naam schrijven met de mythische Mercedes-Benz 300SL. Deze doorbraak leverde hem meer zitjes op in performante racewagens, zoals bij het Ecurie Francorchamps van Jacques Swaters. Tegen het einde van de jaren ‘50 zorgde dit voor podiumplekken in onder andere de Tour de France.
Op het hoogste schavot
Vanaf begin jaren ‘60 kwam vervolgens de oogstperiode met diverse grote overwinningen. In zowel ‘60 als ‘61 zou Mairesse de Tour de France Automobile op zijn naam schrijven aan het stuur van een 250 GT SWB. Co-piloot was in beide gevallen Georges Berger, zodat het telkens een volledig Belgisch feestje werd. In ‘61 werd Mairesse tevens tweede in Sebring en Le Mans. 1960 zou trouwens zijn beste jaar uit zijn korte F1-carrière – met slechts 12 starts – worden. Rijdend voor Scuderia Ferrari behaalde hij een derde plek op Monza.
Ook 1962 werd een succesvol jaar, met name dankzij winst tijdens de Targa Florio. Voor die gelegenheid deelde Mairesse een Ferrari 246 SP – over de slopende race van 720 kilometer over het eiland Sicilië – met Ricardo Rodriguez en Olivier Gendebien. In de F1 won Willy Mairesse dat jaar twee niet-officiële wedstrijden: de GP van Brussel en Napels. De overwinning in Brussel was bijzonder knap, niet alleen omdat het voor eigen publiek was in hartje Brussel (in de omgeving van de Heizel) maar ook omdat de concurrentie bestond uit toppers als Jim Clark, Sir Stirling Moss, Graham Hill, Roy Salvadori, John Surtees, Jo Siffert en Lucien Bianchi.
Ook tijdens de officiële GP van België op Spa was Mairesse anno ‘62 top. Startend vanaf de vijfde plek reed hij zelfs even aan de leiding. Echter, tijdens een fors duel met Trevor Taylor raakte beide wagens elkaar bij Blanchimont. Mairesse zou vervolgens, door brandwonden, enige tijd buiten strijd zijn en pas in Monza (met weliswaar een 4de plaats) terugkeren naar de racerij.
Champagne en tranen
1963 bracht nog een mooie overwinning maar ook twee ongelukken. De 1000km van de Nürburgring werd op het palmares gezet, tezamen met Surtees in een 250P. Het werd daar in Duitsland trouwens een volledig Ferrari-podium, met een 250 GTO op de tweede en een 250 TRI op de derde plaats. In Sebring en Sicilië (Targa Florio) werd nipt naast de overwinning gegrepen. Tijdens de 24 uur van Le Mans reed Mairesse dan weer aan de leiding tot zijn Ferrari 250P vuur vatte tijdens het tanken. Onze Belgische piloot zou vervolgens door brandwonden pas opnieuw bij de GP van Duitsland achter het stuur kruipen. Deze GP eindigde echter opnieuw erg slecht voor Mairesse, een zware crash op hoge snelheid zorgde voor meerdere breuken, terwijl ook een omstander omkwam.
Pas in ‘64 kan Willy Mairesse opnieuw achter het stuur kruipen, met meteen enkele kleinere overwinningen – GP van Angola in ‘64 en 500km van Spa in ‘65 – tot gevolg. Mooiste resultaat in ‘65 is een de 3de plaats (en eerste GT) op Le Mans. Opnieuw ging het om een volledig Belgische equipe, samen met Jean Blaton “Beurlys” aan het stuur van een 275 GTB van Ecurie Francorchamps. In 1966 lijken de mooie tijden opnieuw aan te breken met een 2de maal winst tijdens de Targa Florio. Deze keer echter aan het stuur van een Porsche 906 Carrera 6 die gedeeld werd met Herbert Müller. Het werd een historische editie van de Targa Florio waarbij slechts 13 van de 70 wagens wisten te finishen in zware omstandigheden.
Noodlot
In de grotere races was Willy Mairesse nog steeds een geduchte concurrent, als bewijs daarvan is er nog de derde plaats tijdens Le Mans ‘67. Ook Mairesse kon – met een Ferrari 330 P4 – echter niet verhinderen dat Ford voor het tweede jaar op rij met de overwinning op Le Mans ging lopen. Een jaar later zit Mairesse echter wel aan het stuur van zo’n GT40, echter loopt deze bijzondere editie van Le Mans voor hem erg slecht af.
Al bij de start ging het mis. In alle haast, spurtend naar en springend in de wagen, viel de deur van de gele Ford van Mairesse niet in het slot. Op de rechte lijn van Hunaudières worstelde hij vervolgens om de deur op hoge snelheid te sluiten. Hij verloor hierdoor controle over de gele bolide, crashte zwaar en belandde in de coma.
Pas twee weken later zou Mairesse ontwaken. Een lange revalidatie volgde maar het werd Mairesse pijnlijk duidelijk dat hij – 40 inmiddels – nooit meer zou kunnen racen. In een hotel in Oostende berooft hij zich vervolgens van het leven. “Coureur neemt te veel slaappillen” kopt Het Vrije Volk op 8 september 1969. Een tragisch einde voor een van de meest gedreven en spectaculaire coureurs.
Foto’s: Michael Fisher
MEER LEZEN
In memoriam: Niki Lauda (1949 – 2019)