Share a little biographical information to fill out your profile. This may be shown publicly.

 

We sturen je per e-mail een wachtwoord toe. Soms komt deze e-mail in je spambox terecht.

De meesten zullen 2020 met plezier achter zich hebben gelaten. Toch was afgelopen jaar meer dan het gevreesde C-woord. Er kwam enerzijds (nog) meer slecht nieuws op ons af met het verdwijnen van de BRZ, maar anderzijds waren er ook lichtpunten zoals de uitbreiding van het Alpine-gamma met een potentere S-versie van de A110.

Jawel, Beste Lezers: jullie hebben ons betrapt. Eigenlijk hadden we al afscheid genomen van de BRZ. Maar toen dachten we nog dat het slechts een tijdelijk afscheid zou zijn, tot de vernieuwde versie ook in onze contreien zou opduiken. Nu blijkt die kans bijna onbestaande, omdat de vernieuwde BRZ de oversteek naar Europa meer dan waarschijnlijk niet zal maken.

Zodoende leek het ons gerechtvaardigd om nog een aller-allerlaatste keer achter het stuur van de BRZ zouden kruipen. Zeker daar de invoerder een zwarte Final Edition voor ons had klaargezet; een speciale versie die we nog niet hadden gereden. Bovendien bood dit ons de kans om de zwarte Final Edition op Ardeens asfalt te confronteren met een witte Alpine A110S. Zwart tegenover wit, uitzwaaimodel versus nieuwkomer, handbak tegen gerobotiseerde bak en atmosferisch ten opzichte van turbogeblazen. Voer genoeg voor een interessant vergelijk om 2020 definitief uit te zwaaien, toch?

Facts & figures

Toegegeven, de BRZ en A110S zijn qua specificaties niet erg vergelijkbaar, behalve dat het duo rijplezier hoog in het vaandel draagt. In beide gevallen gaat het om aangepaste versies van wagens die we al goed kennen en die de nodige harten hebben veroverd bij DRIVR. Bij de Subaru zijn de technische aanpassingen op deze Final Edition beperkt gebleven tot specifieke Sachs-schokdempers en een forse Brembo-reminstallatie met fraaie rode remklauwen. Die laatste aanpassing noopte ook andere 17”-velgen (in zwart metallic) om de voorste klauwen genoeg ruimte te geven.

De bandenspec is evenwel onveranderd gebleven en dus rollen -en glijden- we nog steeds over de Michelin Primacy bandjes. Binnenin zijn er blauwe accenten en stiknaden terug te vinden, evenals een genummerd plaatje op de middentunel. Aan de buitenzijde is er enkel keuze tussen de kleuren ‘Crystal Black Silica’ en het gekende ‘WR Blue Pearl’. Verder is de uitrusting meer dan volledig, alhoewel we nog steeds parkeersensoren of een achteruitrijcamera missen in deze coupé met omvangrijke C-stijlen en een beperkt zicht naar achter.

Ook de Alpine ziet zijn onderstel aangepast voor dit duel. Zo krijgt de S-versie veren die 50 procent stijver zijn, maar ook specifieke schokdempers en dubbel zo stijve (holle) antirolstangen in vergelijking met de reguliere A110. De remmen zijn eveneens aangepast, met de op de basisversie optionele remupgrade. Toch gaat de S nog een stuk verder, met bredere banden (+10mm tot 245/40 R18 achteraan) én meer vermogen.

De motor is de vertrouwde 1,8-liter met 40 paarden meer dankzij een 0,4 bar extra turbodruk, om uit te komen op 292 pk bij 6.400 tpm. Het koppel blijft verrassend genoeg onveranderd bij 320 Nm. Optisch beschikt deze S over een rist oranje details, gaande van de remklauwen tot accenten in interieur: stiknaden op het stuur, de deurpanelen, zetels én startknop hebben allemaal dezelfde kleur. Op het koetswerk staat er zelfs een embleem in carbon met oranje accenten. Onze Noorderburen zullen blij zijn!

Werken geblazen

Eenmaal onderweg worden de verschillen nog groter. Zoals de inmiddels gekende technische fiche -atmosferische 2-liter van 200 pk en 205 Nm- al doet vermoeden, is het werken geblazen in de BRZ. Om de cadans erin te houden, moeten er toeren worden gemaakt en versnellingen worden geschakeld. Een onaangename karwei is het natuurlijk niet, met dank aan de aangename bedieningsorganen en de uitstekende zitpositie.

Daarmee blijft de Toyobaru ons ook vandaag nog aangenaam verbazen. De Sach-schokdempers lijken wel niet sterk te verschillen van de standaard exemplaren – in die mate dat noch weggedrag, noch het comfort er significant op vooruit of achteruit gingen. De Brembo’s daarentegen zorgen wel voor een duidelijk verschil. Ze bijten niet zozeer harder maar blijven wel volharden. Zelfs na meerdere gespierde remmanoeuvres kort na elkaar is er nog geen teken van verslapping of fading.

Laat de turbo maar blazen

In de A110 is het allerminst werkendag, vermits de enkelvoudige turbo het enige is dat hier moet blazen. De relatief lichte A110S schiet daarmee vliegensvlug uit de startblokken (4,4s naar 100k m/u) en blijft ook daarna gewoon doorgaan. De gerobotiseerde bak klikt ondertussen lustig door de verzetten, hoewel je bij een echt sportieve rijstijl best de controle in eigen handen neemt om het turbogat te omzeilen. De wegligging boezemt meteen vertrouwen in en is eerder efficiënt ten opzichte van de speelsheid die de BRZ etaleert. Het landschap trekt daardoor met groot gemak aan sneltreinvaart voorbij. Zelfs het comfort aan boord is indrukwekkend, want ook op slechtere wegen verbaast deze nochtans strakker ophangen S-variant met zijn goede filtering.

Enige smet op het blazoen zijn de rammeltjes en kraakjes in het interieur wanneer de staat van de weg te wensen overlaat. En hoewel het geheel best indrukwekkend is, wordt de A110S vrij snel een tikje saai eens het nieuwe eraf is. Anderzijds kunnen we dat manco we haast elke nieuwe sportwagen aansmeren, want ze rijden allemaal zo makkelijk snel. Maar toch nog een kanttekening: op de momenten dat je wat dieper gaat graven in het arsenaal van de Alpine, lijkt het erop dat het stuur de commando’s niet ongefilterd aan de voortrein doorgeeft maar ietwat over een eigen wil beschikt. Maar dan zijn we echt wel aan het muggenziften over wat effectief een dijk van een moderne sportwagen is.

Caymankiller?

De A110 richt zijn pijlen als S nog duidelijker op de Porsche Cayman (S) die we afgelopen zomer reden. Beide zijn immers erg vergelijkbaar qua lay-out en krachtbron, ook al is de longinhoud van de Alpine een stuk kleiner (0,7 liter minder dan de Cayman S). Daarvan laat de goed 200 kg lichtere Fransoos onderweg natuurlijk niets merken. En de Franse soundtrack is -hoewel ietwat artificieel- zelfs te verkiezen boven die van de Duitser. Bovendien kan de creatie uit Dieppe nog een troefkaart uitspelen, zijnde die iconische lijnen. Hoewel looks heel persoonlijk zijn, durven we toch te stellen dat de Alpine bij de fraaiste vierwielers van het moment is.

Zeker in het wit oogst de A110S héél wat bewonderende blikken en positieve reacties. Geen BRZ of courantere Cayman die daar tegenop kan. Onderweg is de Fransoos trouwens de evenknie van de Cayman. Enkel de gebruikte materialen in het interieur en wat praktische aspecten zijn een smet op een mooi eindrapport. We denken dan aan de beperkte zichtbaarheid naar achteren en links vooraan -door een hinderlijk geplaatste A-stijl- en de kleine en moeilijk bereikbare kofferruimtes voor- (96 liter) en achteraan (100 liter).

Trouwens, voor bestuurders die dicht bij de dubbele meter aanleunen (zoals onze opper-DRIVR Ken Divjak) is er een bijkomend probleem met de Alpine. De erg fraaie Sabelt-kuipstoelen vallen onderweg alleen in de lengte te verstellen. Wie de hoogste wil aanpassen, want dat kan in drie posities, moet over een specifieke Torx-set en veel geduld beschikken. En zelfs dan laat de laagste stand weinig marge om bijvoorbeeld een helm te dragen.

Geen van dergelijke problemen in de BRZ, die zich nog steeds als een praktische sportwagen profileert. Met steevast 243 liter kofferruimte, die je nog verder kan uitbreiden door de (nood)zitjes achteraan neer te klappen, en bultjes op het dak (!) om bijkomende ruimte te creëren voor het dragen van een helm. Letterlijk het beste van twee werelden.

De BRZ en de A110S bezorgden ons een fantastische winterdag in de Ardennen. Enerzijds werden we er weemoedig van, omdat we het heerlijk ouderwets rijplezier van de BRZ in de toekomst moeten missen. Al hopen we natuurlijk dat Toyota die leemte snel gaat invullen met de GR86. Anderzijds duikt de A110S op als de witte hoop in bange dagen. De Fransoos biedt net niet de betrokkenheid en speelsheid van de BRZ, maar heeft wel snelheid en fabelachtige schoonheid in zijn genen zitten. Dat laatste zou voor ons alleen al een reden zijn om een Cayman (S) te laten staan…

SUBARU BRZ Final Edition (2020)
MOTOR: viercilinder-boxer, atmosferisch, CILINDERINHOUD: 1.998 cc, MAX. VERMOGEN: 200 pk (bij 7.000 tpm), MAX. KOPPEL: 205 Nm (tussen 6.400 – 6.600 tpm), AFMETINGEN L/B/H: 4,24/1,77/1,32 m, LEEGGEWICHT: 1.241 kg, VERSNELLINGEN: 6, manueel, AANDRIJVING: achterwielaandrijving, Banden: 215/45 R17 (rondom) – Michelin Primacy 3 HP, OPGEGEVEN VERBRUIK: 8,5 l/100 km (191 g CO2/km) (NEDC), TOPSNELHEID: 226 km/u, 0-100 KM/H: 7,6 s, VANAFPRIJS: 39.995 euro, SCORE: 5/5

ALPINE A110S (2020)
MOTOR: Vier-in-lijn, turbo, CILINDERINHOUD: 1.800 cc, MAX. VERMOGEN: 292 pk bij 6.400 tpm, MAX. KOPPEL: 320 Nm tussen 2.000 – 6.400 tpm, AFMETINGEN L/B/H: 4,17/1,79/1,25 m, LEEGGEWICHT: 1.114 kg, VERSNELLINGEN: 7, automaat, dubbele koppeling, AANDRIJVING: achterwielaandrijving, OPGEGEVEN VERBRUIK: 6,5 l/100 km (146 g CO2/km), BANDEN: 215/40 R18 – 245/40 R18 Michelin Pilot Super Sport, TOPSNELHEID: 260 km/u, 0-100 KM/H: 4,4 s, VANAFPRIJS: 66.900 euro, SCORE: 4,5/5

MEER LEZEN:

Test: Alpine A110 Légende

Vaarweltest: Subaru BRZ ’20 ontmoet Toyota GT86 ’13

Kort getest: Porsche 718 Cayman S