Share a little biographical information to fill out your profile. This may be shown publicly.

 

We sturen je per e-mail een wachtwoord toe. Soms komt deze e-mail in je spambox terecht.

Chris ‘Monkey’ Harris is een van de meest bekende namen uit de automobieljournalistiek van de laatste twintig jaar. Gaandeweg raakte hij bij een breder publiek bekend, via Autocar over YouTube tot finaal uiteraard Top Gear. Jaren gevuld vol autoliefde en fraaie vierwielers die hij netjes verpakt heeft in deze autobiografie Variable Valve Timings.

Uiteraard, Harris is ook van tal van andere zaken bekend, zoals zijn passage bij DRIVR… Wat voor velen onder ons onmiddellijk herkenbaar zal zijn bij het lezen van dit boek, is de erg vroege besmetting met de passie voor wagens. Hoe zijn eerste leesboeken automagazines werden, waarbij hij al snel de specificaties van de wagens instudeerde. Iets wat op school, met minder interessante onderwerpen, niet zo goed lukte…

Harris werd op jonge leeftijd geadopteerd en kwam bij een gezin bestaande uit welgestelde vijftigers en een oudere stiefbroer terecht. Alhoewel vader hoegenaamd niets voelde voor wagens, reed hij altijd wel edele, sportieve vierwielers. Initieel een rits zescilinders uit München (323itjes) en daarna een knalrode Quattro… Echt fijn werd het kennelijk pas als moeder achter het stuur plaatsnam en gehaast was. Wat eens resulteerde op 100+MPH met de Quattro op een B-road en een politieman die moeilijk kon bijbenen (en vervolgens geschokt was om een nette dame op pensioenleeftijd achter het stuur aan te treffen). In de jaren ’50 had de moeder des huizes kennelijk nog rally gereden en zij was dan ook diegene met de gespierde rijstijl. Iets wat Harris ook reeds goed twee jaar terug onthulde op Top Gear. Voor hem was het in de jaren ’80 al doodnormaal dat vrouwen de betere chauffeurs waren.

Zijn eigen -inmiddels befaamde- skills achter het stuur bekwam Harris letterlijk met vallen en opstaan (en vervolgens met veel dank aan de beter ‘autotemmers’ bij de redactie van Autocar). Wat zijn vroege autohistoriek bestaande uit het rijtje Mini, 205 XS en 106 weleens aan de lijve mochten ondervinden. Hij merkt daarbij wel terecht op dat het vreemd blijft dat tijdens onze rijopleiding er aan tal van zaken aandacht wordt besteed, behalve aan het rechttrekken van benarde situaties zoals lift-off oversteer (waar hij op eigen houtje maar moest leren dat je dan best het gaspedaal net dieper dient in te drukken in een frivole Franse (lauwe) hatch).

De -voor ons- nochtans cruciale man maths blijken niet het sterkste punt van Harris. Getuige daarvan niet alleen het verkopen van wagens die later substantieel meer waard zouden blijken, zoals zijn 911 3.2 ClubSport en 911 993 GT(2). Maar ook het niet zo puike idee om als 24-jarige al vroeg in te tekenen op een Elise S1 terwijl de fondsen eigenlijk ontoereikend waren. Dit alles met als ‘briljant’ plan deze Lotus meteen voor een pak meer te verkopen. Tot ook deze sporter een noodlottige crash maakte. Soortgelijk avontuur zou hij nogmaals herhalen ten tijde van Drivers Republic, dat hij mee opstartte maar dat nooit echt geld opleverde (integendeel zelfs). Niettemin spendeerde hij net op dat moment zijn laatste geld aan een Ferrari Scaglietti. Waarin hij vervolgens permanent rondreed met een voetpomp aan boord omdat een van de dure achterbanden een leegloper bleek. Risky business wanneer je thuis ook nog een gezin hebt…

Dat omarmen van risico’s is wel iets dat Harris groot heeft gemaakt. Het veilige, gelukkige nest van Autocar verlaten om zich te smijten op héél andere avonturen en om finaal zelfs héél wat bagger over zich heen te krijgen als presentator van Top Gear (en een van opvolgers van het iconische trio). Over de toekomst van dat laatste maakt hij zich geen zorgen. Volgens Harris kan het programma, met in zijn laatste bezetting nog steeds 6 miljoen directe kijkers, nog wel eens een doorstart aan. Alhoewel het voor hem, zoals voor velen in de autosector, wel duidelijk is dat de hoogdagen van hoogst entertainende sportieve wagens alsook autogerelateerde programma’s en magazines ergens tussen het einde van het vorige millennium en het einde van nillies lag. Misschien dan ook niet verrassend dat hij inmiddels zijn activiteiten heeft uitgebreid naar het veilingplatform Collecting Cars…

Variable Valve Timing is finaal een grotendeels herkenbaar verhaal voor die hard autoliefhebbers, waartoe we ons uiteraard nog steeds rekenen. Het is dan ook een vrij aangenaam lezend verhaal, maar toch -zoals hij ook toegeeft- beschikt Harris niet over de vlotte pen van bijvoorbeeld een Clarkson. Echt aan de ribben plakken doet dit boek dan ook niet. Alhoewel het lezen van tal van transcontinentale fratsen mijn treinreis wel sneller voorbij deed gaan. Krasse uitspraken over collega’s uit de sector schuwt de beste man evenmin, dus ook voor zij die gek zijn op sappige roddels valt er wat te rapen. Over de hele lijn bekeken is dit boek dus toch een aanrader om deze donkere winterdagen wat kleur en warmte te geven.

MEER LEZEN:

Boekentip: Drivers on Drivers

Boekentip: Mille Miglia

Boekentip: The Racing Driver